13 november 2017
Fleur – salaris specialist in hart en nieren – zegt het zelf: “geen enkel kind wil salarisadministrateur worden.” Fleur ook niet, ze is het vak echt ingerold. “Ik kwam erachter dat ik goed ben met cijfers en dat ik van stapeltjes, lijstjes, vinkjes en structuur houd.”
Je houdt van structuur en regelmaat, maar de functie van een salarisadministrateur verandert…
“Klopt! Het is tegenwoordig niet meer cijfertjes intikken en stapels wegwerken. Dat nemen de systemen van ons over. De focus van de salarisadministrateur gaat veel meer naar controle. Daardoor wordt er van de salarisadministrateur een andere houding verwacht. Je moet echt met het proces meekijken en aan de bel trekken wanneer er iets anders kan of wanneer je knelpunten aan ziet komen. Verder denken dus. Ik vind dat een hele leuke ontwikkeling en wil daar helemaal in mee gaan!”
Als je dit beroep niet als kind in gedachte had, wat wilde je dan wel worden?
“Iedere maand wilde ik wel wat anders worden. Toen ik mijn school ging verlaten heb ik overwogen om brandweervrouw te worden. Mijn vader zat bij de brandweer en ik zag mijzelf al gaan. Al die mannen even vertellen hoe het moest en toeterend achter het stuur, haha. Ik heb het uiteindelijk niet gedaan. Maar brandjes blussen zat er al vroeg in. Tegenwoordig doe ik dat natuurlijk nog dagelijks in mijn werk.”
Precies! Hoe heb je uiteindelijk kennis gemaakt met jouw vak?
“Na de havo wilde ik niet per se verder studeren. Ik wilde gaan werken en had het plan om met praktijkopleidingen mijn weg te vinden. Dat is uiteindelijk ook zo gegaan. Ik kwam een advertentie tegen van Quoratio. Zij zochten schoolverlaters om op te leiden als salarisadministrateur en vervolgens te detacheren. Ik deed één dag in de week de opleiding PDL en daarnaast werkte ik een jaar lang bij een opdrachtgever. Dat was mooie werkervaring, maar het werk was veel aan de achterkant van het proces. Ik wilde meer te maken hebben met de salarisverwerking. Daarom ben ik verder gaan zoeken en kwam ik terecht bij een salariskantoor waar ik acht jaar heb gewerkt. De toenmalige crisis heeft ook daar schade aangericht en mijn collega’s en ik pakten zelfs de marketing en sales op om het hachje te redden. Dat voelde niet oké, dus ik heb mijn profiel opgefrist. Ik stond klaar om te solliciteren toen ik een berichtje van Optimo kreeg.”
Je bent via LinkedIn gevonden?
“Klopt. Ik was meteen enthousiast en ging, ondanks dat ik andere trajecten had lopen, meteen in gesprek. Mijn onderbuikgevoel was goed en dat is belangrijk. Ik had alleen geen AFAS kennis. Gelukkig kreeg ik de mogelijkheid om in mijn eigen tijd vier AFAS-opleidingen te volgen. Daarna kon ik meteen aan de slag.”
Dat is twee jaar geleden. Inmiddels zijn er na jou een hoop collega’s bij gekomen.
“Ik zat op een plek bij de ingang waardoor ik steeds nieuwe gezichten binnen zag komen. Het werd steeds gezelliger. We hebben inmiddels een mooie mix van allerlei soorten mensen, van extravert tot introvert. Die diversiteit is erg belangrijk om balans te houden binnen de organisatie.”
Waardoor kom jij goed tot jouw recht bij Optimo?
“Ik ben hoogsensitief. Ik krijg veel prikkels binnen en zie en hoor veel. Ik pik signalen op waarvan een ander zou denken: ‘waar maak jij je druk om?’. Het is soms vermoeiend voor mijzelf, maar heel waardevol in mijn werk. We hebben tegenwoordig een signalerende rol en wanneer ik bij een klant zit voor een gesprek, pik ik tien andere zaken op waar we wellicht mee kunnen helpen. Toen ik bij Optimo vertelde dat ik hoogsensitief ben, werd daar heel prettig op gereageerd. Ik kan daardoor echt mijzelf zijn.”
Al die prikkels moeten energie kosten. Heb je thuis nog wel puf voor andere zaken?
“Haha, zeker. Zo druk als ik hier ben, zo druk ben ik thuis ook. Dat vind ik fijn. Ik geef vechtsportlessen bij mijn plaatselijke dorpshal en bij een sportschool in de buurt. Ik heb twee kinderen die dan wel uit de luiers zijn, maar zich in een hele nieuwe fase bevinden waarin ze nieuwsgierig zijn en veel willen weten.”
Jouw leventje is beslist niet saai. Heb jij nog wensen voor de toekomst?
“Ik heb nog langs niet alles laten zien. Ik heb nog meer kwaliteiten die ik ook zelf wil ontdekken. Ik hoop dat mijn privéleven op termijn iets rustiger wordt door minder lessen te geven in de avonduren zodat ik mijzelf nog verder kan ontplooien. Maar wat werk betreft zit ik hier helemaal goed. Mijn Optimo-liefde is nog lang niet over!”
Lees ook de verhalen van Vincent en Michel.